Christelijke gelovigen zijn op geen filosoof zo gespitst als op Friedrich Nietzsche (1844-1900). Nietzsche is de briljante denker uit de 19e eeuw, die als geen ander de wijsbegeerte vanaf 1900 heeft beïnvloed. Hij heeft het levensgevoel en het bewustzijn van de moderne mens gezien en onder woorden gebracht.
Christenen worden geraakt door Nietzsche, want hij is de filosoof die God dood verklaarde, en hij is de filosoof die het christendom een godsdienst van medelijden, en dus van verliezers noemde. Maar wat bedoelde Nietzsche eigenlijk met de uitspraak: ‘God is dood’? Welk soort Christendom had hij op het oog toen hij dit diskwalificeerde? Het is goed zijn teksten eens nader te bekijken.
God is dood
De uitspraak ‘God is dood’ komt het duidelijkst voor in het bekendste boek van Nietzsche: Also sprach Zarathoustra (1888). De ziener Zarathoustra verlaat zijn vaderland. Hij ontmoet een oude man, die heilige wordt genoemd. Deze brengt met liederen lof aan God. Zarathoustra vraagt zich af hoe het mogelijk is dat de oude man in zijn bos niets ervan gehoord heeft dat God dood is.:
“Als Zarathustra aber allein war, sprach er also zu seinem Herzen “Sollte es denn möglich sein! Dieser alte Heilige hat in seinem Walde noch niets davon gehört, daβ Got tot ist.”
Het christendom als godsdienst van medelijden
In zijn boek Der Antichrist zoekt Nietzsche naar de hogere mens, de betere mens, naar de ‘Übermensch’. Het is mogelijk deze te vinden, zegt Nietzsche, ook al is dat niet makkelijk. In § 5 zegt hij dat het christendom een doodstrijd heeft gevoerd tegen dit hogere type mens; het heeft alle basale instincten in de ban gedaan en het ziet de sterke mens als verwerpelijk:
“Man soll das Christentum nicht schmücken und herausputzen: es hat einen Todkrieg gegen diesen höheren Typus Mensch gemacht, es hat alle Grundinstinkte dieses Typus in Bann getan, es hat aus diesen Instinkte das Böse herausdestilliert: der starke Mensch als der typisch Verwerfliche, der ‘verworfene Mensch’.” (NB: let op het schitterende Duits van Nietzsche; hij wordt ook beschouwd als een literair hoogtepunt).
Nietzsche wijst het Christendom af. Maar hij wijst om dezelfde reden ook de hele filosofie vóór hem vanaf Socrates af. Steeds zoekt niet alleen het christendom maar ook de traditionele filosofie het hogere, het verhevene. Dat past niet bij de stoffelijke, aardse mens. Het traditionele christendom en de traditionele wijsbegeerte nemen de mens gevangen. De mens is echter aards. Het gaat om het aardse in al zijn veranderlijke vormen. Na hevige strijd, na lessen uit het kwaad, na lijden op een extatische, Dionysische manier (zoals Nietzsche het noemt), kan de mens het hogere type van mens zijn bereiken. Kwaad en lijden moet men dus positief zien.
Weerlegging
Wat kunnen wij hier tegenin brengen? Allereerst dit, dat het in het christendom niet gaat over het feitelijk bestaan van God. Bij het ontstaan van het christendom nam ieder aan dat er een hoogste beginsel was, ook als men geen christen was. Immers, de wereld is een eenheid, en dan moet er een beginsel zijn. Het gaat er daarbij om op welke manier men dat hoogste punt, waarop men zich richt, ervaart. Het doet er niet toe of dat punt bestaat. Het gaat om de ervaring ervan door de mens.
Het christendom als godsdienst van medelijden
Dan de stelling dat het christendom een godsdienst van medelijden, van verliezers is. Nietzsche denkt hier zonder twijfel aan de beleving van het christendom in zijn tijd. Deze beleving komt naar voren in bij voorbeeld het volgende vers van Ernst Gebhardt uit 1860
1. Welch ein Freund ist unser Jesus,
o wie hoch ist Er erhöht!
Er hat uns mit Gott versöhnet
und vertritt uns im Gebet.
Wer mag sagen und ermessen,
wie viel Heil verloren geht,
wenn wir nicht zu Ihm uns wenden
und Ihn suchen im Gebet! (…)
4.Sind mit Sorgen wir beladen,
sei es frühe oder spät,
hilft uns sicher unser Jesus,
fliehn zu Ihm wir im Gebet.
Sind von Freunden wir verlassen
und wir gehen ins Gebet,
o, so ist uns Jesus alles:
König, Priester und Prophet.
Tegenwerping: de sterke Christus
Het christendom bestaat nu 2200 jaar, en kent heel veel vormen. Nietzsche spreekt over een zwak christendom. Er zijn echter vele sterke interpretaties gedurende de hele geschiedenis van het christendom. In onze tijd is dat bijvoorbeeld de wijze waarop in de TV uitzendingen van Hour of Power (zondag van 8 tot 9 op RTL 5) het christendom wordt gebracht, of in de uitzendingen van Johan Maasbach op SBS6 of Family7. Daar wordt, zij het op een wat simpele en nogal irrationele manier, het christelijk geloof als krachtig, zelfs geneeskrachtig, gepresenteerd.
Veel interessanter is echter in dit opzicht als wij kijken naar het vroege Christendom, preciezer: naar het ontstaan van het christelijk geloof. Daar zien wij in de belangrijke brief van Paulus aan de Galaten dat iemand gelovig is als hij Christus in zijn hart laat plaats nemen en dus een sterk en verhoogd mens wordt. Dan laat het de wereldse zaken achter zich; deze kunnen hem niet raken. Paulus doet dit door de waarde van de joodse wetten en ceremoniën (met name de besnijdenis) te ontkennen als relevant voor het heil bij God. De gelovige, aan wie Christus heeft vormgegeven, is door lief en leed, maar vooral door het leed van Christus’ lijden, sterk geworden. De martelaren zijn een duidelijk teken van de kracht van het christelijk geloof.
In het oosterse Christendom zien we een zeer sterke Godgerichtheid bij de kerkbaders (b.v. Johannes Chrysostomos die leefde van 345 tot 407). In het Westen zien wij tot de 15e eeuw een meer wereldse oriëntatie. Pas vanaf Luther (1483-1546) komt er de klad in. Dan betekent de scheiding door Luther van twee rijken, namelijk van dat van het geloof en van dat van de rede, dat het geloof onwerelds, onaards en dus weerloos wordt. Die teneur zet zich door en die beleving van het Christendom waart rond bij Nietzsche, en zelfs nog in onze tijd.
Dit oudste christendom leert een navolging van Christus op een sterke manier.
Het is duidelijk dat, zoals een Nietzsche kenner zei dat Nietzsche is tegen het christendom is maar niet tegen Christus.
Vrijplaatsen zijn columns van Bert Bos die hij speciaal voor deze site schrijft. Prof.dr. Bert Bos is emeritus-hoogleraar filosofie van de middeleeuwen in Leiden, hij doceerde over Augustinus en Eckhart.
Literatuur
Prof. dr. Paul van Tongeren over Nietzsche op Youtube:
Friedrich Nietzsche, werken, in het bijzonder: Aldus sprak Zarathoestra. Een boek voor allen en voor niemand. Ingeleid en met een voorwoord voorzien door Hendrik Marsman (inderdaad, de beroemde dichter). Vertaling van de tekst van Nietzsche door dr. P. Endt en H,. Marsman. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1941 (vele herdrukken).
Rudiger Safranski, Nietzsche. Een biografie van zijn denken. Vertaling: Mark Wildschut, 2002 (dus geen biografie van zijn leven, maar van zijn denken. Safranski’s boeken over Schopenhauer, Heidegger, Nietzsche, over het Kwaad en vele andere onderwerpen zijn zeer de moeite waard.)