Deze week plaatsen we gedichten over de Tweede Wereldoorlog geselecteerd door Jan Jacob Leeflang. Op 10 mei is hij te gast in ‘Liefs en Wassenaar’. Dan vertelt hij over de oorlog in gedichten.
Op 21 november 1940 worden tien Joodse hoogleraren van de Leidse universiteit ontslagen door de bezetter. Op 26 november geeft professor Cleveringa in een rede een vlammend protest tegen deze maatregel. Hij wordt drie dagen later opgepakt en verblijft tot midden 1941 in gevangenschap. De studenten in Leiden waren reeds tot een staking gekomen, hetgeen al spoedig leidde tot sluiting van de universiteit tot 1945.
Anoniem AAN PROFESSOR CLEVERINGA.
Toen de joodse ambtenaren,
Op bevel van hogerhand
Van hun ambt ontheven waren,
Gistte het in Nederland.
In het land, waar steeds voor ieder
Plaats naar zijn bekwaamheid was,
Liet de heerser, de gebieder
Mannen vallen om hun “ras’.
Zeker is van alle kanten
Energiek geprotesteerd,
Ook al hebben de couranten
Dit niet steeds gepubliceerd.
Het was bij de jonge mensen,
Dat ’t actief verzet begon;
Zo fors uitten zij hun wensen
Dat de pers niet zwijgen kon.
Er is openlijk gestreden
Voor de vrijheid van de geest
In de academiesteden,
En in Delft en Leiden ’t meest.
In die steden, aan die grachten, ,
In de harten van de jeugd,
Leven Nederlands gedachten;
Vaderlanders, weest verheugd!
Laat de vijand ons dan knechten,
Tot de hemel hem verdrijft;
’t Vaderland verwint zijn rechten,
Waar het bloed zo Neerlands blijft.
Naar ook bij de professoren
Waren mannen uit een stuk;
Wat ons Cleveringa deed horen
Gaf ontroering en geluk.
Hoogleraar, aanvaard de hulde,
U door ’t vaderland gebracht;
Voor wie zo zijn taak vervulde,
Wijkt des vijands brute kracht.
Ja, hij sloot u in de kerker;
Sterk is hij in machtsvertoon.
’t Rein geweten maakt u sterker,
Wat gij deed was goed en schoon.
21 november 1940 joodse ambtenaren worden ontslagen
23 november 1940 Delftse studenten in staking
26 november 1940 Rede door prof Cleveringa tegen ontslag